♦ Marineschepen – Fregat Hr. Ms. Gelderland zet een kraakje in de Maduro bank ♦
Een triomf aan boord van de Hr. Ms. Gelderland
Hr.Ms. gelderland 1938
Bron: Helders dagblad :: Auteur: onbekend
Sensationele insluiping van de “inbraakploeg”
Voor velen van uw lezers zal den “Looden Verrader” een geheel onbekend iets zijn, laat staan dus de “marine traditie rondom haar”. Maar bij oudere Marinemenschen zal een glimlach op de verweerde gezichten komen, bij de herinnering aan hun tijd toen zij dit scheggebeeld wegkaapten en in triomf naar Holland terugvoerden.
Echter nu allereerst het verhaal.
Een verhaal echter dat voor zoover ons bekend, geheel oncontroleerbaar is.
Toen tegen het einde der 18 de eeuw in de St. Annabaai het Nederlandsche fregat “Van Alphen” in de lucht sprong, verdween eveneens het scheggebeeld in de diepte.
Jaren later werd dit beeld door Curaçaosche visschers opgevischt en verkocht aan de welbekende Firma Maduro aldaar, die het een plaatsje in haar tuin gaf, bij wijze van tuin-standbeeld.
In strijd met het eerlijkheidsgevoel
Hierbij nu kwam het eerlijkheidsgevoel der marinemensen in het gedrang, het was een Marinebeeld en dus van de Koninklijke Marine.
En in den nacht van vertrek naar Nederland van een oorlgsschip, slopen donkere gedaanten door Maduro’s tuin en het beeld verdween, om zoodra het schip Curaçao had verlaten, aan boord te voorschijn te worden getooverd.
Welke maatregelen de heeren Maduro ook namen, om den diefstal te voorkomen, niets hielp: in den nacht voor het vertrek verdween het beeld. Zelfs is het voorgekomen, dat waar het vermoeden gewettigd was, dat het boegbeeld zich aan boord van het vertrekkende oorlogsschip bevond, het geheele schip werd doorzocht, edoch niet gevonden.
Uit den aard der zaak mochten noch Commandant, noch 1e Officier van deze manipulaties iets weten.
En hoevele Commandanten hebben tot hun uiterste woede en innerlijke plezier niet moeten seinen: Maduro – Curaçao — Looden Verrader aan boord — zal hem per keerend oorlogsschip laten terugbrengen.
Het scheggebeeld ging dan mede naar Holland en werd op een buitengewone aanvraag afgegeven aan ’s Rijkswerf te Willemsoord, teneinde aldaar een nieuw kwastje verf te krijgen, en met het eerstvolgende naar Curaçao vertrekkende oorlogsschip weer te worden meegenomen en afgegeven aan de firma Maduro.
Het beeld wordt goed geborgen
Dit begon deze firma te vervelen en het beeld verdween.
Tot het het laatst gesignaleerd werd bij het driehonderd jarig bestaan van Curaçao.
(Spreek intusschen nooit tegen een Curaçaoenaar van het 300-jarig “bestaan” van Curaçao, want dan word je vermoord!)
Intusschen verliepen jaren en jaren en het beeld bleef weg, tot het op een gegeven dag uitlekte, dat het opgeborgen was in het archief van de Maduro – Bank.
En nu, zoo werd er geredeneerd, is het verder uitgesloten, dat het verdwijnt, want daarom zou je moeten inbreken, enz. enz., allemaal dingen, waartegen de wet zich nu eenmaal verzet, waarna dan onderde opmerking “je mag tegenwoordig ook niks meer”, van verdere pogingen werd afgezien.
Zoo was het dit jaar naar schatting een goede twintig jaar geleden dat het scheggebeeld voor het laatst werd ontvoerd.
De officieren wisten nog van zijn bestaan, echter slechts een enkele kende hem; bij de onderofficieren, korporaals en manschappen precies het zelfde.
En zo sliep de traditie in. “Sliep in”, want de traditie was niet dood.
Die Looden Verrader, waar men van had hooren spreken moest men weer zien, ja men moest de traditie weer levendig maken en hem in triomf voeren naar Holland al was het ten koste van een inbraak. Zou Hr. Ms. Gelderland tegen deze taak zijn opgewassen?
De commissie van ontvreemding wordt benoemd
Het gelukte om langs slinksche wegen zoover te komen, dat een van de officieren van de Hr. Ms. Gelderland het beeld mocht zien, en daarmee was zijn lot beslecht.
Achter hutgordijnen werd de commissie van ontvreemding benoemd, bestaande uit twee officieren, een onderofficier en een matroos.
Plattegronden werden getekend, inbrekerswerktuigen verzameld (nooit tevoren hebben wij geweten, dat de aan boord aanwezige details een dergelijke schat aan inbrekerswerktuigen bevatten).
En in den donkere Woensdagnacht voor vertrek verdwenen des nachts om 12 uur vier op en top inbrekers van het marineschip Hr. Ms. Gelderland. Het pleit voor den onderofficier van de wacht, dat hij geen toeval kreeg, toen hij dit stelletje roovers voor zich zag.
De inbreekploeg van de Hr. Ms. Gelderland op pad
Na aankomst aan de wal splitsten ze zich in twee groepen, laten we ze noemen de “knok en inbreekploeg”.
Hoe tenslotte het beeld werd bereikt, is een verhaal op zichzelf.
Via een muurtje, een dakgoot, een wrakkig dak, een uitgesneden tochtluik enz. enz., werd tenslotte het archief bereikt, hetwelk goed geteld drie hoog is. Terloops mogen wij even memoreeren, dat de dief na afloop een flinke lat bij zich had, kennelijk een restant van een of ander luik, en toen er met een schuin oog naar werd gekeken, dit hem de woorden ontlokte: “allicht, stel je voor, dat je plotseling zoo’n zwarte bewaker voor je ziet.”
De weg terug naar Hr. Ms. Gelderland
De terugweg uit het archief verliep natuurlijk vlotter, daar deze binnendoor werd genomen, de grendels werden van de deur geschoven, het slot, nu ja, wat zegt nu een slot voor een dergelijk vakman.
Het scheggebeeld ging in een zak en de terugtocht werd aanvaard.
Totdat op een goede honderd meter er eenige harten hebben stilgestaan van schrik.
Wie kwam daar n.l. aangereden, twee Hollandsche politieagenten en hiertegen zou zelfs een lat niet afdoende zijn.
Maar alsof het zoo voorbeschikt was, ze reden voorbij. Wat later den vakman de woorden ontlokte:
“dat zijn geen Amsterdamsche smerissen”. Een ondertussen gecharterde motorboot voerde het edele gezelschap naar boord terug. Anderhalf uur had deze expeditie geduurd, vlotter kon het toch moeilijk.
Overwinningsvreugde op de Hr. Ms. Gelderland
Toen het beeld in de longroom gedeponeerd was, werd er uitgepord.
Mochten de autoriteiten eventueel naar een middel zoeken om snel in alarmstelling te komen, dan kunnen wij adviseeren, dat de kreet “de Looden Verrader is aan boord” afdoende is, de meest solide slaper was binnen enkele seconden present.
Daarna werd het beeld opgeborgen op een der ontvindbare plaatsen, waar alleen een kabelgast thuis is, alzoo voor den meest scherpzinnigen speurder onvindbaar.
Natuurlijk werd de inbraak ontdekt, jammer kan niet verklapt worden hoe, echter gelooven wij te kunnen verzekeren, dat dit verhaal op de Marineclub wel lachsalvo’s zal verwekken.
De Looden Verrader tegen de geusstok
Het was Zaterdag 12 februari ten 11:30 u.v.m., dat het vertreksignaal gegeven werd. De trossen werden ingehaald en uitgeleide gedaan door een groote menigte w.o. de familie Maduro, verliet Hr. Ms. Gelderland de St. Annabaai.
Nauwelijks was ieder contact met de wal verbroken of een duidelijke schrikbeweging van een der Maduro’s bewees, dat de gestolene ontdekt was, en waarlijk, in zijn grootheid troonde de Looden Verrader voor tegen de geusstok.
Achtergeblijvende oud-zeeofficieren vielen dubbel van de pret en een heftig gesticuleeren der familie Maduro toonde hun verbazing.
Buitengaats gekomen werd het beeld netjes opgeborgen, na nog een avond de gast geweest te zijn in de longroom, om straks bij aankomst te Nieuwediep weer voor de geusstok te prijken, al schijnt op die plaats niet die zegen te rusten, die we er van verwachten, daar reeds een dag na vertrek, tegen een stijve passaat inhakkend, de geusstok den geest gaf en met een doffen klap op het dek terecht kwam, om na hersteld weer aangebracht te zijn, in den heksenketel, den nacht voor aankomst te Gibraltar, voor de tweede maal te sneuvelen.
Dit is nu in het kort het verhaal van den Looden Verrader, en nu zult U zich afvragen, waarom heet dat ding nu
“Loden Verrader”? Wij weten het niet.
U zult vragen, “hoe is deze traditie onstaan”? Wij weten het niet.
En er zijn nog duizend en meer vragen waarop wij alleen zouden moeten antwoorden “wij weten het niet”.
Gaat het boegbeeld zien
Maar, dat weten we wel, dat, wanneer Hr. Ms. Gelderland op 18 Maart de haven van Nieuwediep binnenstroomt, vele oudere marinemensschen zullen komen kijken, om oude herinneringen op te halen, misschien zelfs om nadere inlichtingen te kunnen geven.
Maar veel meer nog hopen wij, dat alle jongere marinemannen aanwezig zullen zijn, opdat zij, wanneer hun tijd gekomen is om het beeld naar Holland te voeren, zij het tevoren gezien zullen hebben, om op hun beurt te kunnen delen in den trotsch, den “Looden Verrader” teruggevoerd te hebben.
:: top ::